Autonomie betekent in letterlijke zin het bepalen en volgen van je eigen wetten (𝘢𝘶𝘵𝘰𝘴 = zelf; 𝘯𝘰𝘮𝘰𝘴 = wet). Voor een autonoom land gaat dat letterlijk op, recht op zelfbestuur. In de psychologie betekent het dat je emotioneel onafhankelijk bent. Dat je in staat bent je eigen leven vorm te geven en je eigen keuzes te maken. Je bent je dan bewust van wat er in jezelf speelt en in staat om dat af te stemmen met de mensen om je heen zonder van hen afhankelijk te zijn. Dat wil zeggen: zonder je beslissingen aan te passen aan de hand van wat anderen ervaren en van je zouden willen. Dit betekent niet dat de ander er niet toe doet. Het gaat erom dat je de mening of het gevoel van de ander als het ware proeft, maar vervolgens - natuurlijk wel rekening houdend met die ander - je eigen afweging maakt en je eigen koers bepaalt.
Een voorbeeld hiervan is het nemen van een weloverwogen beslissing waar je zelf achter staat ondanks het feit dat dit misschien niet rijmt met wat bijvoorbeeld je ouders of partner voor je zouden willen beslissen. Je luistert dan wel naar ze, respecteert hun standpunten en neemt deze ook mee in het nemen van je beslissing, maar laat ze niet allesbepalend zijn.
Omdat er nu eenmaal sprake is van invloeden van buitenaf, kan onze autonomie nog wel eens op de proef gesteld worden. Hoe meer invloeden er zijn, hoe meer we ons bewust moeten zijn van onszelf en van wat goed voor ons voelt en wat niet.
𝐎𝐦𝐠𝐚𝐚𝐧 𝐦𝐞𝐭 𝐃𝐫𝐮𝐤, 𝐣𝐮𝐧𝐢 𝟐𝟎𝟏𝟗
(𝘙𝘰𝘦𝘭 𝘒𝘭𝘢𝘢𝘴𝘴𝘦𝘯, 𝘉𝘰𝘣 𝘉𝘰𝘰𝘵, 𝘙𝘰𝘣𝘪𝘦𝘯 𝘙𝘰𝘦𝘵-𝘒𝘭𝘢𝘢𝘴𝘴𝘦𝘯)