DRUK, SPORT EN GEZONDHEID

Gepubliceerd op: 12-02-2021

Acht jaar lang heb ik in Italië gevolleybald. Het land waar je, wat volleybal betreft, wilt zijn. Al vroeg in mijn carrière kreeg ik de kans om daar te spelen. Geweldig natuurlijk. Wel werd ik als jonkie onderdeel van een team waarin iedereen meer bereikt had dan ik. Meer had gewonnen, meer ervaring had. Toen de kranten ook nog eens begonnen te schrijven dat ik een miskoop was, kwam de onzekerheid. Dit was echte druk. Natuurlijk wist ik dat zij, de journalisten, niet degene waren die verstand hadden van volleybal. En normaliter trek ik me ook weinig aan van wat mensen met weinig verstand van iets zeggen of over iets schrijven. Het probleem is alleen dat kranten veel gelezen worden. Dat de mensen die de kranten lezen, wel verwachten dat deze journalisten degene zijn met verstand van zaken. De impact kan dus enorm zijn. Gelukkig voelde ik mij gesteund door mijn club. Bovendien veranderde het winnen van de gouden Olympische medaille alles. Met goud om je nek, ben je een stuk minder snel het mikpunt.

De allergrootste druk uit mijn carrière heb ik gevoeld in de Olympische finale. Italië had een matchpoint. Wij stonden 14-13 voor maar door twee acties van mij die beter hadden gemoeten, stonden we opeens achter. De coach vroeg om een time-out. En in die time-out moest ik er alles aan doen om weg te blijven bij de impact die dit moment kon hebben. Ik mocht mij niet bezighouden met de mensen die naar ons keken. Het besef van het belang van het moment mocht niet doordringen. Het grootste stress-moment uit mijn leven. Toch zijn dit soort momenten, de momenten waarop alles samenkomt en je voor grote punten staat, ook leuk. Deze momenten horen ook het zijn van topsporter.

Ik mis niet alles aan de sport. Sterker nog, ik begrijp ex-sporters niet die zeggen de spanning voor aanvang van een wedstrijd te missen. Het niet slapen, de buikpijn en het niet kunnen eten. Dat gevoel is naar mijn mening allesbehalve fijn. Natuurlijk, de euforie die gepaard kan gaan met topsport is geweldig, maar de druk van een ‘once in a lifetime’ mogelijkheid is heftig.

Ook lichamelijke ongemakken hebben voor de nodige druk gezorgd. Zo heb ik hepatitis A en pfeiffer gehad, ging tijdens een training de helft van mijn gezicht hangen als gevolg van een TIA, kreeg ik in 2003 de diagnose diabetes type 1 en werd er in november 2016 lymfeklierkanker ontdekt. Allemaal, behalve misschien de TIA die veroorzaakt werd door een prop afkomstig uit mijn schouder en die wel vaker voorkomt bij sporters, domme pech.

Ik heb de mazzel vrij klinisch met dergelijke situaties om te gaan. Natuurlijk is er wel even de klap. Is er sprake van de nodige emoties. De heftigheid van deze klap hangt dan vanzelfsprekend af van het soort diagnose dat je krijgt en de impact die dit op je leven heeft. Zo maakte ik mij bij de diagnose diabetes type 1 voornamelijk heel erg zorgen om mijn sportcarrière. Of ik ooit weer topprestaties kon gaan leveren. Bij de diagnose kanker speelt er natuurlijk weer iets heel anders. In dit geval ging het om leven en dood. Maar gelukkig schakelde ik heel snel om van deze eerste klap naar een situatie van berusting, routine en vertrouwen. Ik ga niet direct uit van het zwartste scenario. Toen er echter drie weken na mijn diagnose een knobbel in Nicole haar borst werd geconstateerd, werd het even echt heel slecht. Radeloosheid omschrijft dan het beste het gevoel dat overheerst. Het idee dat je vier kinderen mogelijk op moeten groeien zonder ouders, is het ergste dat je je voor kunt stellen. Gelukkig kregen we al na twee dagen te horen dat Nicole schoon was. Dit was eigenlijk dezelfde dag als waarop ikzelf merkte dat de behandeling aansloeg en mijn klieren als gevolg van de chemotherapie aan het krimpen waren. Dit moment zie ik echt als een omslagpunt. Mijn vrouw was oké en ik had het gevoel dat ik de therapie nu alleen nog even moest doorstaan. Dit is een heel ander bedje om zulke zware kuren op te ontvangen, dan dat je constant in de onzekerheid leeft of de behandeling überhaupt wel aanslaat.

Nu zijn we op het punt dat het allemaal weer veel beter gaat. De controles zijn goed, de foto’s zijn schoon en mijn energie begint weer langzaam terug te komen. Ik heb het gevoel bijna weer op de 100% te zitten. Wel heeft de kanker meer invloed op me gehad dan ik in eerste instantie heb beseft. Zo heb ik alle tijd gehad om mijn werkzaamheden binnen de Bas van de Goor foundation opnieuw te evalueren. Ik ben erachter dat ik mij meer moet gaan focussen op de zaken waar ik echt goed in ben. Dat dat beter is voor de stichting, maar ook voor mezelf. Ook ga ik minder werken. De afgelopen periode heeft me nog meer doen inzien hoe leuk ik het thuis heb. Daar wil ik niks van missen..
𝐁𝐚𝐬 𝐯𝐚𝐧 𝐝𝐞 𝐆𝐨𝐨𝐫, 𝟒𝟗
𝐈𝐧𝐭𝐞𝐫𝐯𝐢𝐞𝐰 𝐯𝐨𝐨𝐫 𝐡𝐞𝐭 𝐛𝐨𝐞𝐤 ‘𝐎𝐦𝐠𝐚𝐚𝐧 𝐦𝐞𝐭 𝐃𝐫𝐮𝐤’ 𝐯𝐞𝐫𝐬𝐜𝐡𝐞𝐧𝐞𝐧 𝐢𝐧 𝐣𝐮𝐧𝐢 𝟐𝟎𝟏𝟗
(𝘙𝘰𝘦𝘭 𝘒𝘭𝘢𝘢𝘴𝘴𝘦𝘯, 𝘉𝘰𝘣 𝘉𝘰𝘰𝘵 𝘦𝘯 𝘙𝘰𝘣𝘪𝘦𝘯 𝘙𝘰𝘦𝘵-𝘒𝘭𝘢𝘢𝘴𝘴𝘦𝘯)
𝘍𝘰𝘵𝘰: 𝐑𝐀𝐏𝐇𝐀𝐄𝐋 𝐃𝐑𝐄𝐍𝐓